De Mens is in zijn angst geneigd tot heksenjachten.
Men hoeft alleen maar “mensen met zwarte petten” als de boosdoeners aan te merken, om een slachting onder mensen met zwarte petten op gang te brengen.
Door deze eigenschap is het voor de Antisociale Persoonlijkheid heel gemakkelijk om een chaotische of gevaarlijke omgeving tot stand te brengen.
De Mens is in zijn menselijke staat van nature noch moedig, noch kalm. En hij is ook niet per se doortrapt.
Zelfs de Antisociale Persoonlijkheid is er op zijn verwrongen manier heel zeker van dat hij met de beste bedoelingen handelt en ziet zichzelf gewoonlijk als de enige goede persoon in de omgeving die alles doet voor ieders bestwil. De enige fout in zijn redenering is echter dat als men ieder ander doodt, er niemand meer over is om tegen het ingebeelde kwaad te beschermen. Antisociale en Sociale Persoonlijkheden zijn alleen aan hun gedrag in hun omgeving en ten opzichte van hun medemens te herkennen. Hun beweegredenen voor zichzelf zijn hetzelfde – zelfbehoud en voortbestaan. Voor het bereiken hiervan gaan ze gewoon op verschillende manieren te werk.
Omdat de Mens van nature noch kalm, noch moedig is, is iedereen dus in zekere mate geneigd voor gevaarlijke personen op zijn hoede te zijn, en zo krijg je dan met heksenjachten te maken.
Het herkennen van de Sociale Persoonlijkheid is daarom nog belangrijker dan het herkennen van de Antisociale Persoonlijkheid. Zo wordt vermeden dat men de onschuldige “opknoopt” louter uit vooroordeel of afkeer, of vanwege een of ander tijdelijk wangedrag.
De Sociale Persoonlijkheid kan het eenvoudigst worden gekarakteriseerd door hem te vergelijken met zijn tegenpool, de Antisociale Persoonlijkheid.
Dit onderscheid kan heel gemakkelijk worden gemaakt en er zou nooit een test moeten worden ontwikkeld die alleen maar gericht is op het identificeren van de Antisociale Persoonlijkheid. In dezelfde test moeten zowel de hogere als de lagere handelwijzen van de Mens aan bod komen.
Een test die alleen maar de Antisociale Persoonlijkheden aantoont, zonder ook de Sociale Persoonlijkheid aan te kunnen wijzen, zou op zich een suppressieve test zijn. Het zou zoiets zijn als het met “Ja” of “Nee” beantwoorden van de vraag: “Sla je je vrouw nog steeds?” Iedereen die de test doet, zou schuldig kunnen worden bevonden. Hoewel dit mechanisme misschien in de tijd van de
Omdat de samenleving enkel en alleen dankzij de inspanningen van Sociale Persoonlijkheden functioneert, gedijt en bestaat, zou men hen moeten herkennen, omdat zij, en niet de Antisociale Persoonlijkheden, de waardevolle mensen zijn. Dit zijn de mensen die rechten behoren te hebben en vrijheid behoren te genieten. Aan de Antisociale Persoonlijkheden wordt alleen maar aandacht geschonken om de Sociale Persoonlijkheden in de samenleving te beschermen en bij te staan.
Alle regels ten aanzien van een meerderheid van stemmen, alle intenties om beschaving te brengen en zelfs het mensdom, zullen falen, tenzij men de Antisociale Persoonlijkheden kan herkennen en tegenhouden en de Sociale Persoonlijkheden in de samenleving kan bijstaan en vooruithelpen. Het woord “samenleving” houdt namelijk op zich al sociaal gedrag in en als het daaraan ontbreekt, heb je überhaupt geen samenleving maar slechts een barbaarsheid waarin alle mensen, zowel de goede als de slechte, in gevaar verkeren.
De zwakheid van het aangeven hoe schadelijke mensen kunnen worden herkend, is dat deze dan die karakteristieken op fatsoenlijke mensen toepassen om ze te laten vervolgen en uit te laten roeien.
De
Een regering is alleen gevaarlijk als deze door en voor Antisociale Persoonlijkheden kan worden aangewend. Het eindresultaat is de uitroeiing van alle Sociale Persoonlijkheden en de daaropvolgende ondergang van Egypte, Babylon, Rome, Rusland of het Westen.
Je kunt uit de eigenschappen van de Antisociale Persoonlijkheid opmaken dat intelligentie geen aanknopingspunt is wat de Antisociale Persoonlijkheid betreft. Ze zijn slim, dom of hebben een doorsnee intelligentie. Daardoor kunnen zij die uiterst intelligent zijn, een hoge positie bereiken en zelfs staatshoofd worden.
Belangrijkheid en bekwaamheid, of de wens om boven anderen uit te stijgen, zijn evenmin een graadmeter voor het herkennen van een Antisociale Persoonlijkheid. Wanneer zulke personen echter belangrijk worden of boven anderen uitstijgen, wordt hun werkelijke aard door de verstrekkende gevolgen van hun daden nogal duidelijk. Ze kunnen echter net zo goed onbeduidende figuren zijn of zeer lage functies bekleden en niet hogerop willen.
Om deze redenen kan de Antisociale Persoonlijkheid alleen aan de hand van de twaalf genoemde eigenschappen worden herkend. En deze zelfde twaalf eigenschappen zijn, omgekeerd, de enige criteria voor de Sociale Persoonlijkheid als men over hen een eerlijk oordeel wil vellen.
Het identificeren of bestempelen van iemand als Antisociale Persoonlijkheid kan niet eerlijk en accuraat worden gedaan, tenzij men bij hetzelfde onderzoek van de persoon ook de positieve kant van zijn leven tegen het licht houdt.
Iedereen die onder druk staat, kan met kortstondige vlagen van antisociaal gedrag reageren. Dit maakt hen echter nog niet tot Antisociale Persoonlijkheden.
Bij de ware Antisociale Persoonlijkheid overheerst het aantal antisociale eigenschappen.
Bij de Sociale Persoonlijkheid overheerst het aantal sociale eigenschappen.
Men moet dus zowel het goede als het slechte onderzoeken voordat men iemand daadwerkelijk als Antisociale of Sociale Persoonlijkheid kan bestempelen.
Bij het onderzoeken van dergelijke zaken kan men maar het beste vele bevindingen en omvangrijk bewijsmateriaal gebruiken. Een of twee losstaande gevallen bewijzen niets. Men moet alle twaalf sociale en alle twaalf antisociale eigenschappen tegen het licht houden en op grond van werkelijk bewijs, niet op basis van meningen, een besluit nemen.
Hier volgen de twaalf voornaamste eigenschappen van de Sociale Persoonlijkheid:
1. De Sociale Persoonlijkheid is specifiek bij het vermelden van omstandigheden. “Joop Jansen zei...”, “In het dagblad De Ster stond...”, en hij vermeldt de bron van gegevens waar dat van belang of mogelijk is.
Hij kan wellicht de algemene termen “zij” of “men” gebruiken, maar doet dat zelden in verband met het toeschrijven van beweringen of meningen van alarmerende aard.
2. De Sociale Persoonlijkheid geeft graag goed nieuws door en geeft niet graag slecht nieuws door.
Hij neemt wellicht niet eens de moeite om kritiek door te geven wanneer die kritiek er niet toe doet.
Hij vindt het belangrijker iemand het gevoel te geven dat anderen hem mogen of nodig hebben, dan dat hij de persoon het gevoel geeft dat anderen een hekel aan hem hebben. Ook zal hij eerder geneigd zijn iemand gerust te stellen dan kritiek op hem uit te oefenen.
3. Een Sociale Persoonlijkheid geeft berichten door zonder er veel aan te veranderen, en als hij überhaupt al iets weglaat, zullen dit zaken zijn die kwetsend zouden kunnen zijn.
Hij houdt er niet van mensen te kwetsen. Soms maakt hij de fout om slecht nieuws of opdrachten die kritisch of meedogenloos lijken, achter te houden.
4. De Sociale Persoonlijkheid reageert zeer goed op behandeling, correctie en psychotherapie, met name als deze mild van aard zijn.
Hoewel Antisociale Mensen soms beloven hun gedrag te verbeteren, doen ze dat niet. Alleen de Sociale Persoonlijkheid kan gemakkelijk veranderen of zichzelf verbeteren.
Het is vaak voldoende om een Sociale Persoonlijkheid op ongewenst gedrag te wijzen om dit volledig ten goede te laten veranderen.
Strafrecht en harde straffen zijn niet nodig om Sociale Persoonlijkheden bij te sturen.
5. De vrienden en collega’s van een Sociale Persoonlijkheid zijn meestal gezond, gelukkig en goedgeluimd.
Heel vaak brengt alleen al de aanwezigheid van een ware Sociale Persoonlijkheid verbetering in gezondheid of voorspoed teweeg.
Op zijn minst verlaagt hij de bestaande niveaus van gezondheid of mentale veerkracht van zijn medemens niet.
Wanneer de Sociale Persoonlijkheid ziek is, geneest of herstelt hij zoals men dat mag verwachten en blijkt hij ontvankelijk te zijn voor succesvolle behandeling.
6. De Sociale Persoonlijkheid kiest meestal het juiste doelwit uit om te corrigeren. Hij verwisselt de lekke band in plaats van de voorruit in te slaan. In technische beroepen kan hij daarom dingen repareren en ze weer aan de gang krijgen.
7. Gewoonlijk voltooit de Sociale Persoonlijkheid, als het mogelijk is, de actiecyclussen waaraan hij begonnen is.
8. De Sociale Persoonlijkheid schaamt zich voor wat hij verkeerd heeft gedaan en geeft dit niet graag toe. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn fouten.
9. De Sociale Persoonlijkheid steunt constructieve groepen en heeft de neiging zich tegen destructieve groepen te verzetten of daartegen te protesteren.
10. De Sociale Persoonlijkheid protesteert tegen destructieve activiteiten. Hij steunt constructieve of nuttige activiteiten.
11. De Sociale Persoonlijkheid helpt anderen en verzet zich actief tegen daden die voor anderen schadelijk zijn.
12. Voor de Sociale Persoonlijkheid is iemands bezit iemands bezit en voorkomt hij diefstal of misbruik, of keurt dat af.
De Fundamentele Beweegreden
De Sociale Persoonlijkheid handelt van nature op basis van het grootste goed.
Hij wordt niet achtervolgd door ingebeelde vijanden, maar herkent wel echte vijanden wanneer die bestaan.
De Sociale Persoonlijkheid wil voortbestaan en wil dat anderen voortbestaan, terwijl de Antisociale Persoonlijkheid in feite heimelijk wil dat anderen bezwijken.
In wezen wil de Sociale Persoonlijkheid dat anderen gelukkig zijn en dat het goed met ze gaat, terwijl de Antisociale Persoonlijkheid er zeer bedreven in is het anderen bijzonder slecht te laten vergaan.
Het zijn eigenlijk niet zijn successen maar zijn beweegredenen die er een primaire aanwijzing voor vormen dat je met een Sociale Persoonlijkheid te maken hebt. Wanneer de Sociale Persoonlijkheid succes heeft, is hij vaak het doelwit van de Antisociale Persoonlijkheid en kan hij om deze reden mislukken. Hij heeft echter de intentie om anderen in zijn succes te laten delen, terwijl de Antisociale Persoonlijkheid alleen genoegen schept in de ondergang van anderen.
Tenzij we de Sociale Persoonlijkheid kunnen ontdekken en hem van overdreven beperkingen kunnen vrijwaren, en de Antisociale Persoonlijkheid kunnen ontdekken en hem aan banden kunnen leggen, zal onze samenleving onder krankzinnigheid, criminaliteit en oorlog blijven lijden en zullen de Mens en de beschaving zich niet handhaven.
Van al onze technische vaardigheden in Scientology is het kunnen maken van dit onderscheid het belangrijkste, want als we daarin falen kan er geen andere vaardigheid blijven bestaan, omdat de beschaving, als de basis waarop we werken, er niet meer zal zijn om deze in stand te houden.
Haal de Sociale Persoonlijkheid niet onderuit – en verzuim niet de Antisociale Persoonlijkheid krachteloos te maken in zijn inspanningen om de rest van ons schade te berokkenen.
Dat iemand boven zijn medemens uitsteekt of een belangrijke rol speelt, betekent nog niet dat hij een Antisociale Persoonlijkheid is. Dat iemand anderen kan leiden of domineren, maakt hem nog niet tot Antisociale Persoonlijkheid.
Het zijn zijn beweegredenen daarbij, en de gevolgen van zijn daden, waarmee de Antisociale Persoonlijkheid zich van de Sociale Persoonlijkheid onderscheidt.
Tenzij we ons bewust worden van de ware eigenschappen van de twee typen persoonlijkheden en hier gebruik van maken, zullen we in onzekerheid blijven verkeren over wie onze vijanden zijn en zodoende onze vrienden tot slachtoffer maken.
Ieder mens heeft zich schuldig gemaakt aan gewelddaden of verzuim om op te treden, waarvoor hij terechtgewezen zou kunnen worden. Onder de gehele Mensheid is er geen enkel volmaakt mens te vinden.
Er bestaan echter wel mensen die het goede proberen te doen, net zoals er mensen bestaan die zich specialiseren in het kwade, en aan de hand van deze feiten en eigenschappen kun je ze herkennen.
een speciale rechtbank die tegen het einde van de 15e eeuw onder het Spaanse bewind van Koningin Isabella I (1451–1504) en Koning Ferdinand V (1452–1516) werd opgericht. De Spaanse Inquisitie spoorde joden, moslims en later ook protestanten op, omdat ze het rooms-katholieke geloof niet aanhingen, ondervroeg ze met gebruikmaking van marteling om een “bekentenis” af te dwingen, zette ze gevangen, veroordeelde ze en zette ze vervolgens op de brandstapel. Onder leiding van Tomás de Torquemada (1420–1498), de eerste en beruchtste inquisiteur, die tevens de persoonlijke priester van de Spaanse koning en koningin was, werden duizenden mensen uit Spanje verdreven en werden nog eens duizenden mensen omgebracht. De inquisitie werd uiteindelijk in 1834 door Spanje afgeschaft.
laatste activiteit of manifestatie van iemand (of iets) alvorens te sterven, afkomstig van het idee dat stervende zwanen zingen.