DE OORZAAK VAN ONDERDRUKKING

VERKLARENDE WOORDENLIJST
BIJ DE CURSUS
actiecyclus:

de opeenvolgende gebeurtenissen van een activiteit, waarbij de activiteit wordt gestart, doorgaat zolang dat nodig is en dan volgens plan voltooid wordt.

American Bill of Rights:

de in 1791 gemaakte toevoegingen aan de Grondwet van de Verenigde Staten van Amerika (1789). Deze toevoegingen verhinderen de politie en andere overheidsfunctionarissen om zonder goede reden en juiste volmacht, huiszoekingen in woningen of kantoren van mensen te doen of beslag te leggen op hun eigendommen.

auditing:

een speciale vorm van persoonlijke counseling, uniek in Scientology, die iemand helpt om naar zijn eigen bestaan te kijken en zijn vermogen verbetert om wat hij is en waar hij is te confronteren. Auditing is een exacte, precies omschreven activiteit met een heel nauwkeurige werkwijze.

Babylon:

hoofdstad van Babylonië, een rijk uit de oudheid in Zuidwest-Azië (gelegen in het gebied dat nu Irak wordt genoemd) dat haar bloeitijd had tussen 2100 en 689 v.Chr. De toen belangrijkste stad in het westen van Azië was welvarend vanwege de handel en beroemd vanwege de prachtige tempels en paleizen.

Christie:

John Reginald Christie (1898–1953), Engels moordenaar. Hij werd veroordeeld en opgehangen voor de moord op zijn vrouw. Hij bekende ook de moord op vijf andere vrouwen van wie de lichamen in de muren en onder de vloeren van zijn woning werden aangetroffen.

chronisch:

van lange duur; wordt gezegd van een ziekte of een fysieke kwaal die lange tijd aanhoudt.

communicatielijn:

de lijn of route waarlangs een communicatieboodschap van de ene persoon naar de andere gaat.

confronteren:

onder ogen zien zonder terug te deinzen of te ontwijken. Daarom is confronteren in feite het vermogen om er op je gemak te zijn en waar te nemen.

contact verbreken:

de omgang en communicatie met iemand anders stopzetten. Zie ook contact verbreken, het in deze Verklarende Woordenlijst.

contact verbreken, het:

de beslissing van iemand om niet meer met iemand anders in contact te staan. Het is het verbreken van een communicatielijn (de route die communicatie volgt van de ene persoon naar de andere).

Dillinger:

John Dillinger (1902–1934) was een beruchte Amerikaanse bankrover en moordenaar die tot twee keer toe uit de gevangenis ontsnapte en in 1933 tot “Staatsvijand Nr. 1” werd uitgeroepen vanwege zijn rol in een groot aantal bankovervallen en moorden, waaronder de moord op een politieagent die door hem en leden van zijn bende werd gepleegd.

drijfveer:

een drijfveer is een drang tot voortbestaan op een bepaald gebied van het leven. Er zijn acht drijfveren: de eerste, de persoon zelf; de tweede, seks en het gezin; de derde, groepen; de vierde, de mensheid; de vijfde, levensvormen; de zesde, het fysisch universum; de zevende, spirituele wezens; en de achtste, het Opperwezen.

Floyd, Pretty Boy:

Charles Arthur Floyd (1904–1934), Amerikaans crimineel, bankrover en moordenaar die meer dan 30 banken heeft beroofd en ten minste 10 mensen heeft vermoord, waarvan de helft politieagent was.

gerestimuleerd:

beïnvloed door restimulatie, het opnieuw beleven van gevoelens uit een onplezierige herinnering uit het verleden omdat de omstandigheden in het heden sterke overeenkomsten vertonen met de onplezierige herinnering uit het verleden.

getuigenis(sen):

iets dat gebruikt wordt om een feitelijk bewijs te ondersteunen of om te laten zien dat een uitspraak juist is.

grond, de grond in boren:

direct en abrupt iemand die steun, hulp, enz. nodig heeft ontmoedigen, teleurstellen of verslaan.

heden, het:

de tijd die er nu is en bijna zo snel als hij wordt waargenomen, weer verleden tijd wordt. Het is een term die ook vrijelijk wordt toegepast om de huidige omgeving mee aan te geven.

heksenjacht(en):

onderzoek dat verricht werd om zogenaamd zaken als verraad, oneerlijkheid, enz. bloot te leggen en te ontmaskeren, en dat gewoonlijk gebaseerd was op twijfelachtig of irrelevant bewijs. Van de heksenjachten in 1692, in Salem, Massachusetts, die tot de executie van twintig mensen leidde vanwege hun zogenaamde uitoefening van hekserij waarvoor weinig of geen bewijs was.

Hitler:

Adolf Hitler (1889–1945), Duits politiek leider in de twintigste eeuw, die ervan droomde een superras te creëren dat gedurende duizend jaar als het Derde Duitse Rijk zou heersen. Na in 1933 met geweld als dictator in Duitsland de macht te hebben overgenomen, begon hij de Tweede Wereldoorlog (1939–1945), onderwierp een groot deel van Europa aan zijn macht, en vermoordde miljoenen joden en anderen die als “minderwaardig” werden beschouwd. Hitler pleegde in 1945 zelfmoord toen Duitsland zo goed als verslagen was.

Inquisitie:

een speciale rechtbank die tegen het einde van de 15e eeuw onder het Spaanse bewind van Koningin Isabella I (1451–1504) en Koning Ferdinand V (1452–1516) werd opgericht. De Spaanse Inquisitie spoorde joden, moslims en later ook protestanten op, omdat ze het rooms-katholieke geloof niet aanhingen, ondervroeg ze met gebruikmaking van marteling om een “bekentenis” af te dwingen, zette ze gevangen, veroordeelde ze en zette ze vervolgens op de brandstapel. Onder leiding van Tomás de Torquemada (1420–1498), de eerste en beruchtste inquisiteur, die tevens de persoonlijke priester van de Spaanse koning en koningin was, werden duizenden mensen uit Spanje verdreven en werden nog eens duizenden mensen omgebracht. De inquisitie werd uiteindelijk in 1834 door Spanje afgeschaft.

invalidatie:

het weerleggen, verlagen, ontkennen of in twijfel trekken van wat iemand anders als een feit beschouwt; iemands eigenwaarde, emoties, inspanningen of overtuigingen bekritiseren, omlaag halen of kapotmaken.

jojoër:

iemand met wie het de ene dag goed gaat en de volgende slecht, en dan weer goed en dan weer slecht. Iemand waarbij de gemoedstoestand steeds op en neer gaat, zoals een jojo op en neer gaat.

monogame:

van of gerelateerd aan monogamie, met één vaste partner samenleven of getrouwd zijn.

moord en brand:

extreem veel protest laten horen, met veel geschreeuw tegen iets in gaan. Zinspeelt op het feit dat iemand in groot gevaar verkeert.

Napoleon:

Napoleon Bonaparte (1769–1821), Frans militair leider. Hij kwam door militair geweld aan de macht, verklaarde zichzelf tot keizer en voerde veroveringsveldtochten door heel Europa tot zijn uiteindelijke nederlaag door geallieerde legers tegen hem in 1815. Tijdens de Napoleontische oorlogen (1799–1815) stierven er een half miljoen mensen.

onderdrukken:

onderdrukken betekent de kop indrukken, op de huid zitten, kleiner maken, niet toestaan dat iemand met iets of iemand communiceert, iemand onzeker maken over zijn doelen, iemand op elke mogelijke manier met alle mogelijke middelen onzeker of zwakker maken, ten nadele van de betrokken persoon of ten behoeve van de ingebeelde (terecht of onterecht) bescherming van de onderdrukker.

ondernemingsgeest:

geestelijke kracht en aandrang tot het op touw zetten van (grote) ondernemingen.

onruststoker:

iemand die onjuiste of schadelijke geruchten over iemands karakter of reputatie verspreidt. Een stoker betekent letterlijk iemand die het vuur aanwakkert.

op basis van het grootste goed:

een verwijzing naar de optimale oplossing voor een probleem: die oplossing die het grootste aantal voordelen teweegbrengt voor het grootste aantal drijfveren. Zulke oplossingen leiden tot een beter voortbestaan op de meerderheid van de drijfveren. Zie ook drijfveer in deze Verklarende Woordenlijst.

pluimen op je hoed

figuurlijk, een bevestiging voor een grote prestatie.

pokken:

ernstige infectieziekte, waarbij het hele lichaam in meerdere of mindere mate met etterpuisten overdekt werd en die vaak dodelijk was. De pokken zijn door een inentingsprogramma (behandeling die iemand immuun voor de ziekte maakt) over de hele wereld uitgeroeid.

Potentiële Bron van Moeilijkheden:

iemand die op de een of andere manier in contact staat met een suppressieve persoon en hierdoor negatief wordt beïnvloed. Hij wordt een potentiële bron van moeilijkheden genoemd, omdat hij de mogelijkheid (potentieel) heeft een hoop moeilijkheden voor zichzelf en voor anderen te veroorzaken.

proces:

een exacte reeks van aanwijzingen of volgorde van acties die gegeven of uitgevoerd worden om een gewenst resultaat te bereiken.

PTS:

afkorting voor Potential Trouble Source (Potentiële Bron van Moeilijkheden). Zie ook Potentiële Bron van Moeilijkheden in deze Verklarende Woordenlijst.

SP:

afkorting voor Suppressieve Persoon. Zie ook Suppressieve Persoon in deze Verklarende Woordenlijst.

Suppressieve Persoon:

een persoon die bepaalde karaktereigenschappen bezit en een bepaalde geestesgesteldheid heeft die ervoor zorgen dat hij andere mensen in zijn omgeving onderdrukt. Dit is iemand die doelbewust bezig is iemand te laten mislukken. Wordt ook wel een anti-sociale persoonlijkheid genoemd.

vrije hand:

een onbeperkte vrijheid van beweging, keuze of handelen. Ongestoord kunnen doen wat men wil.

zwanenzang:

laatste activiteit of manifestatie van iemand (of iets) alvorens te sterven, afkomstig van het idee dat stervende zwanen zingen.