Nummer: TR 2 1/2
Naam: Gedeeltelijke bevestigingen
Een gedeeltelijke bevestiging is een manier om iemand aan het praten te houden door hem het gevoel te geven dat er naar hem wordt geluisterd.
Doel: De vaardigheid te verkrijgen om iemand die praat aan te moedigen om door te blijven praten.
Het komt regelmatig voor dat het lijkt dat iemand klaar is met spreken, maar niet echt volledig verteld heeft wat hij eigenlijk wilde vertellen. Ook zou je hem kunnen bevestigen voordat hij uitgesproken is en zo zijn communicatie afbreken. In situaties als deze moet je alert zijn en waarnemen wanneer de persoon meer te vertellen heeft en niet alleen de communicatie tot het eind ervan laten doorgaan, maar de persoon aanmoedigen om verder te spreken zodat hij of zij werkelijk zijn communicatie kan afmaken.
Je kunt misschien een conversatie met iemand hebben en je wilt dat hij doorgaat met praten omdat je meer wilt weten over wat hij vertelt. Om dit aan te moedigen wordt gebruik gemaakt van de gedeeltelijke bevestiging.
Opdrachten: De coach leest regels voor uit Alice in Wonderland waarbij hij de “zei hij’s” weglaat, en de student geeft de coach gedeeltelijke bevestigingen op zo’n manier dat het de coach aanspoort om door te praten. De coach zou gedeeltelijke zinnen moeten opzeggen die het voor de student noodzakelijk maken om een gedeeltelijke bevestiging te geven. De coach herhaalt elke regel waarvan hij vindt dat die niet gedeeltelijk bevestigd was.
Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar.
TR 2 1/2
|
Nadruk bij de training: Leer de student dat een gedeeltelijke bevestiging een aanmoediging is voor de persoon om door te gaan met praten. Beteugel een te sterke bevestiging die een persoon doet ophouden met praten. Leer hem verder dat een gedeeltelijke bevestiging een manier is om een persoon aan het praten te houden door hem het gevoel te geven dat er naar hem wordt geluisterd.
De student knikt of geeft op een dusdanige manier halve bevestigingen, dat de coach ertoe wordt gebracht door te blijven praten. De student mag om zijn doel te bereiken geen directe opmerkingen zoals “Ga door” of “Ga verder” gebruiken. Glimlachen, knikken en andere manieren kunnen worden gebruikt. De coach moet zich ertoe bewogen voelen om door te blijven praten.
Alle stellige bevestigingen die een einde zouden maken aan de communicatiestroom, en op enige wijze nalaten om er zodanig uit te zien of zich zodanig te gedragen dat de coach zich voelt uitgenodigd om door te blijven praten, worden geflunkt en de oefening wordt vervolgens opnieuw begonnen.
Script: De coach zegt “Start”, leest een regel voor en zegt, telkens als hij het gevoel heeft dat er een onjuiste gedeeltelijke bevestiging is geweest, “Flunk”. De coach herhaalt de zin telkens wanneer hij “Flunk” heeft gezegd, totdat de student een passende gedeeltelijke bevestiging geeft. “That’s it” kan worden gebruikt om te stoppen voor een discussie of om de oefening te beëindigen. Als de oefening wordt gestopt voor een discussie, moet de coach, voordat ze verdergaan, opnieuw “Start” zeggen.
Het vertrouwen hebben dat men een ander er naar believen toe kan brengen door te blijven praten.