OPDRACHT >> 15. Lees het gedeelte “TR 0 Confronteren”

COMMUNICATIE TRAININGSOEFENING

Nummer: TR 0 Confronteren

Naam: Confronteren

Confronteren wordt gedefinieerd als “in staat zijn onder ogen te zien”. Wanneer we zeggen dat iemand iets confronteert, bedoelen we dat hij iets onder ogen ziet zonder een spier te vertrekken of het te ontwijken. Het vermogen om te confronteren is in feite het vermogen om er op je gemak te zijn en waar te nemen.

OPDRACHTEN: Coach: “Start”, “Dat was 't”, “Flunk”. (“Flunk” betekent zoveel als “je hebt de opdracht niet uitgevoerd”, “je hebt de opdracht verkeerd uitgevoerd” of “je bent in de fout gegaan”.)

Er zijn verschillende termen die de coach gebruikt. De eerste hiervan is “Start” op welk moment de oefening begint. Telkens wanneer de student de positie waarin hij begonnen is niet vasthoudt, onderuit zakt, bewusteloos raakt, zenuwtrekkingen krijgt, zijn ogen laat ronddwalen of op enige wijze een incorrecte positie vertoont, zegt de coach “flunk” en corrigeert hij de moeilijkheid. Vervolgens zegt hij weer “start” en de oefening wordt voortgezet. Wanneer de coach een opmerking wil maken, zegt hij “dat was ’t”, brengt dat punt in orde en zegt dan weer “start”.

Positie: De student en de coach zitten op een comfortabele afstand tegenover elkaar – op ongeveer een meter. Ze kijken elkaar aan.

TR 0 Confronteren

Doel: De vaardigheid te verwerven om rustig te zitten en naar iemand te kijken zonder gespannen te zijn.

Deze oefening is het niveau van vaardigheid dat volgt op TR 0, Er zijn. De student moet nu ook confronteren.

Als iemand niet confronteert, is er geen echte communicatie mogelijk. Hebt je wel eens geprobeerd met iemand te praten die je niet aankeek? Die persoon confronteerde je niet. Gebrek aan het vermogen om te confronteren is een barrière tot echte communicatie.

Zenuwtrekkingen, spanningen, al deze dingen komen voort uit een tegenzin om te confronteren. Wanneer die tegenzin is verholpen, neigen deze gebreken ertoe te verdwijnen.

Nadruk bij de training: De student en de coach zitten tegenover elkaar; geen van beiden praat of probeert om interessant te zijn. Ze zitten een paar uur lang elkaar aan te kijken zonder iets te zeggen of te doen. De student mag niet praten, wiebelen, giechelen, in verlegenheid raken of in slaap vallen.

Men zal bemerken dat de student de neiging heeft met een lichaamsdeel te confronteren in plaats van gewoon te confronteren. Confronteren met een lichaamsdeel kan veroorzaken dat het lichaamsdeel in kwestie pijn gaat doen of onbehaaglijk aan gaat voelen. De oplossing is gewoon te confronteren en er te zijn.

Als basisregel geldt dat alles wat de student gespannen houdt, juist datgene is waarmee hij confronteert Als de ogen van de student pijn beginnen te doen, is hij daarmee aan het confronteren. Als zijn buik begint uit te puilen en gespannen raakt, confronteert hij met zijn buik. Als zijn schouders of zelfs zijn achterhoofd gespannen raken, confronteert hij met zijn schouders of zijn achterhoofd. Een expert in het coachen zegt in zo’n geval “dat was ’t”, corrigeert de student en start vervolgens weer de oefening.

Één keer met je ogen knipperen is bij TR 0 geen flunk en “zonder te knipperen” is geen vereiste. De coach moet er geen aandacht aan schenken als de student met zijn ogen knippert – hij schenkt er alleen aandacht aan of de student wel of niet confronteert.

Met wijd open ogen staren is echter onnatuurlijk en betekent dat de student met zijn ogen probeert te confronteren. In zo’n geval zullen de ogen van de student gaan tranen, rood worden en als hij ermee doorgaat, pijn gaan doen. Een student die overmatige problemen met zijn ogen heeft, moet teruggezet worden op TR 0 Er zijn en die oefening eerst onder de knie krijgen vóór hij TR 0 Confronteren opnieuw probeert te doen.

Net zoals bij TR 0 Er zijn gebruikt de student geen enkel ander systeem, geen enkele andere methode om te confronteren, dan gewoon alleen er zijn. De oefening zou een verkeerde naam hebben als confronteren zou betekenen dat je iets doet ten opzichte van de persoon die geconfronteerd wordt. Het gaat er alleen maar om dat de student eraan went om, zittend tegenover iemand anders op een afstand van één meter, er op zijn gemak te zijn, zonder zich te verontschuldigen of te bewegen of te schrikken of verlegen te worden of zich te verdedigen.

Ga met de oefening door tot er geen sprake meer is van zenuwtrekkingen, terugdeinzen of andere verschijnselen, of tot dit alles niet meer hoeft te worden onderdrukt (niet meer hoeft te worden weggehouden om te zorgen dat anderen het niet weten of zien). Alles wat opkomt kan “flat” worden gemaakt.

De student is geslaagd als hij er gewoon kan zijn en kan confronteren en een grote stabiele win heeft bereikt.

het bereiken van een gewenste verbetering. Voorbeelden van wins zou een persoon zijn die zijn vermogen tot communiceren heeft vergroot, die een vergroot gevoel van welzijn heeft gekregen of die meer zekerheid heeft verworven over een deel van zijn leven. Bij de Training Routines is er sprake van een grote stabiele win – een belangrijke, blijvende vooruitgang – als hij het punt heeft bereikt waarop hij de oefening kan doen en zijn vaardigheid hierin stabiel is.