OPDRACHT >> 17. Lees het gedeelte “TR 1”

COMMUNICATIE TRAININGSOEFENINGEN

Nummer: TR 1

Naam: Zorgen dat je communicatie overkomt.

Doel: De vaardigheid te verkrijgen ervoor te kunnen zorgen dat een bepaalde communicatie bij een luisteraar overkomt en door hem begrepen wordt.

Heb je wel eens iemand meegemaakt die maar bleef praten zonder dat hij ooit te weten kwam of zijn communicaties wel of niet ontvangen werden? Ervoor zorgen dat men je begrijpt is een belangrijk onderdeel van de communicatieformule.

Opdrachten: Er wordt uit het boek Alice in Wonderland een zin gekozen en deze wordt (met de “zei hij’s” weggelaten) voorgelezen aan de coach. De zin wordt herhaald totdat de coach ervan overtuigd is dat deze aankwam op de plaats waar hij zich bevindt.

TR 1

Positie: De student en de coach zitten op een prettige afstand tegenover elkaar.

Nadruk bij de training: De communicatie gaat van het boek naar de student en, als van hemzelf, naar de coach. De communicatie moet niet van het boek naar de coach gaan. Het moet natuurlijk klinken, niet gemaakt. Uitspraak of voordracht maken er geen deel van uit. Luidheid eventueel wel.

De coach moet de communicatie (of vraag) duidelijk hebben ontvangen en hebben begrepen, voordat hij “Goed” zegt.

Dat het boek De avonturen van Alice in Wonderland wordt gebruikt, heeft geen speciale betekenis. Bij deze oefening zeg je dingen uit een boek in plaats van ze zelf te verzinnen.

Ieder idee is van jou als je het je eigen hebt gemaakt. Wanneer je een idee uit een boek haalt, wordt het jouw idee, en vervolgens kun je het als jouw idee doorgeven aan iemand anders. Dit is de manier waarop de oefening wordt gecoacht. De communicatie gaat niet van het boek naar de coach. Zij gaat van het boek naar de student; de student maakt zich het idee eigen en brengt het dan op zo’n manier tot uitdrukking dat het bij de coach aankomt.

We weten onmiddellijk dat iemand niet kan communiceren wanneer hij niet in staat is tot het doen van deze eerste, elementaire stap: een idee op te pakken, zich dit eigen te maken en het dan aan iemand anders te communiceren.

Bij het coachen willen we dat de student een zin opzoekt in De avonturen van Alice in Wonderland, hem oppakt als zijn eigen idee, en hem dan rechtstreeks communiceert aan de coach. Hij kan dezelfde zin telkens opnieuw zeggen als hij wil, op welke manier hij hem dan ook maar wil zeggen, totdat de coach hem vertelt dat hij denkt dat de communicatie bij hem is aangekomen.

Het is de intentie die de communicatie overbrengt, niet de woorden. Wanneer de intentie om met iemand te communiceren overkomt, zal de communicatie aankomen.

En ze moet worden gecommuniceerd in één tijdseenheid. Dat wil zeggen, het is geen herhaling van de laatste keer dat het herhaald werd. Het wordt opnieuw, levendig, in het heden gecommuniceerd. Wanneer een communicatie eenmaal met succes is overgebracht, kan de student vervolgens een andere communicatie zoeken en die overbrengen.

Terminologie: De coach zegt “start”, zegt “goed” zonder opnieuw “start” te zeggen als de communicatie ontvangen is, of zegt “flunk” als de communicatie niet is ontvangen. “Start” wordt niet opnieuw gebruikt. “Dat was ’t” wordt gebruikt om te stoppen voor een discussie of om de activiteit te beëindigen. Als de oefening wordt gestopt voor een discussie, moet de coach weer “start” zeggen voordat ze wordt hervat.

De student slaagt alleen voor deze oefening als hij een communicatie op natuurlijke wijze kan overbrengen, zonder gespannenheid of gemaaktheid en zonder zijn woorden kracht bij te zetten door te knikken of te gebaren, en als hij het gemakkelijk en ontspannen kan doen.