OPDRACHT >> 4. Lees: “De karakteristieken van de niveaus van de Toonschaal”

DE KARAKTERISTIEKEN VAN DE NIVEAUS VAN DE TOONSCHAAL

Het gebied beneden apathie is een gebied zonder pijn, interesse, zijndheid of wat dan ook dat iemand maar waardevol vindt. Het is echter een gebied dat ernstig gevaar inhoudt, omdat men beneden het niveau verkeert waarop men in staat is ergens op te reageren en zodoende alles kan verliezen, zonder het kennelijk te beseffen.

Een arbeider die er heel slecht aan toe is – en voor de organisatie eigenlijk een blok aan het been is – is wellicht niet in staat pijn of enige emotie over wat dan ook te ervaren. Hij bevindt zich beneden apathie. We hebben arbeiders meegemaakt die hun hand bezeerden en “daar geen aandacht aan schonken” en gewoon doorwerkten, hoewel het letsel aan hun hand zeer ernstig was. Mensen die op medische hulpposten werken in industriegebieden staan er soms stomverbaasd van hoe weinig aandacht sommige arbeiders aan hun eigen verwondingen besteden. Het is een triest feit dat mensen die geen aandacht aan hun eigen verwondingen besteden en die zelfs de pijn van die verwondingen niet voelen, niet efficiënt zijn en, zonder enige aandacht van een scientoloog, nooit efficiënt zullen worden. Het vormt een risico om dergelijke mensen in de buurt te hebben. Ze reageren niet adequaat. Als zo iemand met een hijskraan werkt en hij plotseling geen controle meer over de kraan heeft en de vracht op een groep mensen dreigt te vallen, zal die kraanmachinist in subapathie die vracht gewoon laten vallen. Met andere woorden, hij is een potentiële moordenaar. Hij kan niets stoppen, hij kan niets veranderen en hij kan niets starten. Toch speelt hij het van tijd tot tijd op basis van een of ander automatisme klaar er een baantje op na te houden. Maar zodra hij met een echt noodgeval wordt geconfronteerd, reageert hij waarschijnlijk niet op de juiste manier en resulteert dat in ongelukken.

Als er in de industriële sector ongelukken gebeuren, worden die veroorzaakt door dergelijke mensen die zich in de subapathische zone bevinden. Als er in de administratieve sector grove fouten worden gemaakt, die de firma veel geld en verloren tijd kosten en het andere personeel problemen opleveren, worden deze bijna onveranderlijk door deze subapathische mensen veroorzaakt. Denk dus niet dat zo’n staat, namelijk van onvermogen om iets te voelen, van verdoofdheid, van onvermogen om pijn of vreugde te ervaren, voor iemand van enig nut is. Dat is niet zo. Iemand in deze toestand kan niets onder controle houden en is in feite niet genoeg “aanwezig” om door een ander onder controle te worden gehouden en doet vreemde en onvoorspelbare dingen.

Net zoals iemand chronisch in subapathie kan verkeren, kan iemand in apathie verkeren. Dat is al gevaarlijk genoeg, maar het komt tenminste tot uitdrukking. Men kan dan communicatie van de persoon zelf verwachten – niet van het een of andere “circuit” of “trainingspatroon”.

Mensen kunnen chronisch in verdriet, chronisch in angst, chronisch in kwaadheid of in antagonisme of verveling zitten of kunnen zelfs “vastzitten in enthousiasme”. Iemand die echt bekwaam is, is gewoonlijk nogal sereen ten opzichte van dingen. Hij kan echter andere emoties tot uitdrukking brengen en het is een vergissing te denken dat volledige sereniteit enige echte waarde heeft. Wanneer in een situatie die om tranen vraagt niet kan worden gehuild, verkeert men niet in een chronische staat van sereniteit. Sereniteit kan nogal gemakkelijk met deze subapathie worden verward, maar natuurlijk alleen door een zeer ongetrainde waarnemer. Eén blik op de lichamelijke toestand van de persoon volstaat om het verschil te zien: mensen die in een staat van subapathie verkeren, zijn gewoonlijk behoorlijk ziek.

Op elk niveau van de emoties is er een corresponderende communicatiefactor. In subapathie communiceert iemand eigenlijk helemaal niet. Een of ander sociaal reactie- of trainingspatroon of, zoals we zeggen, een of ander “circuit”, communiceert. De persoon zelf lijkt er niet helemaal te zijn en spreekt in feite niet zelf. Daarom zijn zijn communicaties op zijn zachtst gezegd soms nogal vreemd. Hij doet de verkeerde dingen op het verkeerde moment. Hij zegt de verkeerde dingen op het verkeerde moment. Wanneer iemand in een van de zones van de Toonschaal “vastzit” – zoals subapathie, apathie, verdriet, angst, kwaadheid, antagonisme, verveling, enthousiasme of sereniteit – geeft hij zijn communicaties uiteraard met die emotionele toon door. Iemand die altijd ergens kwaad over is, zit vast in kwaadheid. Zo iemand is er niet zo slecht aan toe als iemand in subapathie, maar hij is nog steeds tamelijk gevaarlijk om in de buurt te hebben, omdat hij moeilijkheden zal veroorzaken. Bovendien heeft iemand die kwaad is geen goede controle over dingen. De communicatiekenmerken van mensen op deze verschillende niveaus van de Toonschaal zijn zeer fascinerend. Op elk niveau van de Toonschaal spreken ze en hanteren ze communicatie op een scherp omlijnde, karakteristieke manier.

Er bestaat ook zoiets als een niveau van realiteit voor elk van de affiniteit niveaus van de Toonschaal. Realiteit is een uiterst interessant onderwerp omdat realiteit over het algemeen met relatief vaste voorwerpen te maken heeft. Met andere woorden, de vastheid van voorwerpen en de emotionele toon van mensen staan nauw met elkaar in verband. Mensen laag op de Toonschaal kunnen geen vaste voorwerpen verdragen. Zij kunnen geen vast voorwerp verdragen. Het ding is voor hen niet echt. Het is ijl of het mist gewicht. Naarmate zij hoger op de Toonschaal komen, wordt hetzelfde voorwerp steeds massiever en tenslotte kunnen zij de echte mate van massiviteit waarnemen. Met andere woorden, op de verschillende punten van de schaal reageren deze mensen op een bepaalde manier op massa. De dingen zijn helder voor hen of zeer, zeer dof. Als je door de ogen van iemand in subapathie zou kunnen kijken, zou je echt een zeer waterige, ijle, dromerige, mistige, onwerkelijke wereld zien. Als je door de ogen van iemand die kwaad is zou kijken, zou je een “dreigende” massieve wereld zien, waar alle vaste voorwerpen hem “meedogenloos” zouden voorkomen. Maar ze zouden echter nog steeds niet even vast, reëel of zichtbaar zijn als voor iemand die er goed aan toe is. Iemand in sereniteit kan vaste voorwerpen zien zoals ze zijn, zo helder als ze zijn, en kan een enorm gewicht of enorme massiviteit verdragen zonder erop te reageren. Met andere woorden, naarmate we op de Toonschaal van het laagste naar het hoogste niveau gaan, kunnen dingen steeds vaster en steeds werkelijker worden.

in elektriciteit, een complete route die gevolgd wordt door een elektrische stroom en die specifieke acties tot gevolg heeft. In Scientology wordt de term gebruikt voor iets dat in het verstand als het ware een stroomkring vormt, die specifieke functies uitvoert, voornamelijk onafhankelijk van de eigen wil van de persoon.

dat wat er schijnt te zijn. Realiteit is in principe overeenstemming; de mate van overeenstemming die tussen mensen wordt bereikt. Datgene waarover we het eens zijn dat het werkelijk is, is werkelijk.

liefde, prettig vinden of wat voor andere emotionele houding dan ook; de mate van houden van. De basisdefinitie van affiniteit is het idee van afstand, hetzij in goede, hetzij in slechte zin.