OPDRACHT >> 4. Lees: “De Drijfveren”

DE DRIJFVEREN

Ieder individu is uitgerust met een centrale kracht die hem door het bestaan heen voortstuwt. Deze impuls, deze stuwkracht, is de drang tot voortbestaan. Het is de inspanning van de kant van het organisme om voort te bestaan.

We noemen deze drang tot voortbestaan een drijfveer.

Naarmate deze drang geënturbuleerd raakt (in een toestand van opschudding of ontreddering wordt gebracht) of wordt beïnvloed door krachten van buitenaf, wordt hij ofwel onderdrukt ofwel door vermenging met de doelstellingen van anderen verzwakt. Dat wil zeggen dat anderen hun doelstellingen aan het individu opdringen. In beide gevallen raakt de drijfveer zélf enigszins geënturbuleerd.

Naarmate de drijfveer tot voortbestaan wordt beknot en naarmate andere invloeden binnendringen of zich doen gelden – andere mensen en de normale onderdrukkers van het leven, zoals afwezigheid van voedsel, kleding en onderdak – kan deze drijfveer meer en meer geënturbuleerd raken tot een punt waarop zij nog slechts gericht is op dood of ondergang, dus precies de tegenovergestelde kant op.

De drijfveer gaat in precies dezelfde mate richting ondergang als dat zij geënturbuleerd is. Zij gaat richting voortbestaan in precies dezelfde mate als zij compleet en zuiver is.

Zo is het wanneer we het beschouwen als één drijfveer. Wanneer we deze drijfveer echter door een vergrootglas bekijken, ontdekken we dat er zich in deze ene drijfveer in werkelijkheid acht stuwende krachten bevinden, oftewel acht drijfveren.

De eerste drijfveer is de drang om als zichzelf te bestaan. Het is de inspanning om voort te bestaan als individu, om een individu te zijn, en om voor zichzelf gedurende een zo lang mogelijke periode het hoogste niveau van voortbestaan te bereiken. Hier vinden we volledig tot uiting gebrachte individualiteit.
De tweede drijfveer is de drang tot bestaan als toekomstige generatie. Deze drijfveer bestaat uit twee delen. De eerste is seks als zodanig en de tweede is het gezin, daarbij inbegrepen het opvoeden van kinderen.
De derde drijfveer is de drang om voort te bestaan als deel van een groep, waarbij de motivatie daartoe van de kant van het individu komt. Elke groep, of die nu tijdelijk of permanent is, politiek of sociaal, maakt deel uit van de derde drijfveer en is een derde drijfveer op zich.
De vierde drijfveer is het voortbestaan door middel van de mensheid als soort. Terwijl elk van de afzonderlijke mensenrassen kan worden beschouwd als een derde drijfveer, kunnen alle mensenrassen tezamen worden beschouwd als de vierde drijfveer.
De vijfde drijfveer is de drang tot voortbestaan voor elke en iedere levensvorm. Hiertoe behoort alles wat leeft, of het nu dierlijk of plantaardig is, alles wat maar direct en innig door leven wordt gedreven. Het is de inspanning van het individu om voort te bestaan teneinde het leven te laten voortbestaan.
De zesde drijfveer is de drang tot voortbestaan als fysisch universum. Het is de drang van het individu om het voortbestaan te bevorderen van alle materie, energie, ruimte en tijd – de samenstellende delen van het fysisch universum dat we MERT noemen (een samenstelling van de beginletters van materie, energie, ruimte en tijd). Het individu heeft in feite een drang ten aanzien van het voortbestaan van het fysisch universum.
De zevende drijfveer is de drang tot voortbestaan als of van spirituele wezens. Alles wat spiritueel is, of het nu wel of geen identiteit heeft, valt onder de noemer van de zevende drijfveer. Deze drijfveer staat los van het fysisch universum en is de bron van het leven zelf. Aldus zien we hier de inspanning om de bron van het leven te laten voortbestaan.
De achtste drijfveer is de drang tot bestaan als oneindigheid. Dit wordt ook wel gezien als het Opperwezen. Deze drijfveer kan de oneindigheids- of Godsdrijfveer worden genoemd.

iemand verontrusten of in beroering brengen.

ongelimiteerde mate van tijd, ruimte of hoeveelheid; ongelimiteerde capaciteit, energie, voortreffelijkheid of kennis.