Een andere benadering van het probleem van het afkicken van drugs, naast de behandeling met voedingssupplementen, bestaat uit Objectieve Processen.
Omdat drugs de neiging hebben iemand in ervaringen uit het verleden te duwen, en zijn aandacht gericht te houden op bepaalde momenten uit die ervaringen, zullen processen die de aandacht van de persoon meer naar buiten richten hem helpen los te komen van het verleden.
Er zijn vele Objectieve Processen in Scientology die dit tot stand brengen.
Objectieve Processen helpen iemand in het heden te komen, zich meer bewust te worden van zijn omgeving en andere personen, en zijn aandacht af te halen van de problemen uit het verleden. Hoe beter iemand in staat is het heden onder ogen te zien, zonder vast te zitten in het verleden, hoe meer hij van het leven kan genieten. Hij kan in betere communicatie zijn met zijn omgeving zoals die werkelijk bestaat, niet zoals die eens was. Dit te bereiken, is voor iedereen de moeite waard, maar voor iemand die zwaar aan de drugs is geweest en er de slechte gevolgen van heeft ondergaan, kan het een regelrechte
In dit hoofdstuk zijn vijf Objectieve Processen opgenomen.
Het is het beste om deze processen op een rustige plek te doen waar men niet afgeleid of onderbroken wordt, en voldoende tijd uit te trekken om het proces voort te kunnen zetten totdat de persoon die geholpen wordt, goede indicatoren heeft en een cognitie heeft gekregen. Indicatoren zijn condities of omstandigheden die tijdens een proces tevoorschijn komen en indiceren (aanwijzen of tonen) of het goed dan wel slecht gaat. Als de persoon er bijvoorbeeld helderder en vrolijker uitziet, heeft hij goede indicatoren. Een cognitie is een nieuw besef over het leven. Het zijn van die uitspraken als: "Wat zeg je me daarvan, ik begrijp ineens..."; iets wat iemand opeens begrijpt of voelt.
Deze processen worden aan de persoon gegeven als aanvulling op de drugsbom en Cal-Mag. Ze zijn heel effectief als ze verscheidene keren per dag gegeven worden om de persoon te helpen door de periode van drugsontwenning heen te komen, waar meestal ongeveer een week of minder voor nodig is. Men zou iemand bijvoorbeeld één van deze processen in de morgen kunnen geven en een aantal uren later zou men hem een ander proces kunnen geven. Iemand die een afkick doormaakt, slaapt vaak aanzienlijk meer dan gewoonlijk, vooral in het begin van het programma. Daarom gaat men hierbij niet al te veeleisend te werk; als men de persoon twee of drie van deze Objectieve Processen per dag geeft, is dat voldoende om resultaat te boeken.
“Merk het op”
Dit proces haalt de aandacht van de persoon van zijn lichaam af en richt die naar buiten op de omgeving. De procedure werkt als volgt:
1. Zeg tegen de persoon dat je een proces met hem gaat doen en leg de procedure in het kort uit.
2. De opdracht die gebruikt wordt, is:
“Merk die/dat... (aangewezen voorwerp) op.”
Verzeker je ervan dat hij het begrijpt.
3. Wijs met je vinger een duidelijk zichtbaar voorwerp aan. Zeg tegen de persoon: “Merk die/dat... (voorwerp) op.”
4. Als de persoon dat gedaan heeft, geef hem dan een bevestiging door te zeggen: “Dank je”, of “Oké”, of “Goed”, enz.
5. Ga door met het geven van de opdracht, waarbij je de aandacht van de persoon richt op verschillende voorwerpen in de omgeving. Denk eraan de persoon, iedere keer wanneer hij de opdracht heeft uitgevoerd, een bevestiging te geven.
Zeg bijvoorbeeld:
“Merk die stoel op.”
“Dank je.”
“Merk dat raam op.”
“Goed dan.”
“Merk die vloer op.”
“Heel goed.”
Enzovoort.
6. Ga door met het proces tot de persoon die wordt geholpen, goede indicatoren heeft en een cognitie heeft gekregen.
Op dat punt kunt je het proces beëindigen. Zeg tegen de persoon: “Einde van het proces”.
“Merk het op” | |
Een Hebbendheid Proces
De term “hebbendheid” wordt gebruikt om het gevoel aan te duiden dat men iets bezit of in eigendom heeft. Hebbendheid kan ook worden omschreven als het idee dat men in staat is om te reiken of niet tegengehouden wordt om te reiken. Dit Hebbendheid Proces maakt dat iemands aandacht op de omgeving wordt gericht zodat hij die kan “hebben”. De procedure werkt als volgt:
1. Zeg tegen de persoon dat je een proces met hem gaat doen en leg de procedure in het kort uit.
2. De opdracht die gebruikt wordt, is:
“Kijk hier in het rond en vind iets wat je zou kunnen hebben.”
Verzeker je ervan dat hij het begrijpt.
3. Geef de opdracht: “Kijk hier in het rond en vind iets wat je zou kunnen hebben”.
4. Als de persoon het gedaan heeft, geeft je hem een bevestiging door te zeggen: “Dank je” of “Oké” of “Goed”, enz.
5. Ga door met het geven van de opdracht. Denk eraan de persoon, iedere keer wanneer hij de opdracht heeft uitgevoerd, een bevestiging te geven.
Zeg bijvoorbeeld:
“Kijk hier in het rond en vind iets wat je zou kunnen hebben.”
“Dank je.”
“Kijk hier in het rond en vind iets wat je zou kunnen hebben.”
“Goed.”
“Kijk hier in het rond en vind iets wat je zou kunnen hebben.”
“Goed dan.”
“Kijk hier in het rond en vind iets wat je zou kunnen hebben.”
“Heel goed.”
Enzovoort.
6. Ga door met het proces totdat de persoon die geholpen wordt goede indicatoren heeft en een cognitie heeft gekregen. Op dat punt beëindigtje het proces. Zeg tegen de persoon: “Einde van het proces”.
Een Hebbendheid Proces | |
“Raak het aan”
Bij het doen van dit proces lopen beide personen rond, of zij kunnen, als de persoon die geholpen wordt niet kan lopen, beide aan een tafel zitten waarop verspreid een aantal voorwerpen staan. Het proces gaat als volgt:
1. Zeg tegen de persoon dat je een proces met hem gaat doen en leg de procedure in het kort uit.
2. De opdracht die gebruikt wordt, is:
“Raak die/dat... (aangewezen voorwerp) aan.”
Kies voor de persoon verschillende voorwerpen in de kamer uit om aan te raken.
Verzeker je ervan dat hij het begrijpt.
3. Geef de opdracht: “Raak die/dat... (aangewezen voorwerp) aan”.
4. Als de persoon dat gedaan heeft, geeft je hem een bevestiging.
5. Ga door met het geven van de opdracht. Denk eraan de persoon, iedere keer wanneer hij de opdracht heeft uitgevoerd, een bevestiging te geven.
Zeg bijvoorbeeld:
“Raak die tafel aan.”
“Dank je.”
“Raak die stoel aan.”
“Goed.”
Enzovoort.
6. Ga door met het proces totdat de persoon die geholpen wordt goede indicatoren heeft en een cognitie heeft gekregen. Op dat punt beëindigt je het proces. Zeg tegen de persoon: “Einde van het proces”.
“Raak het aan” | |
Voorwerpen in de kamer aanraken en loslaten
Dit is een heel goede techniek die de
1. Zeg tegen de persoon dat je een proces met hem gaat doen en leg de procedure in het kort uit.
2. De opdrachten die gebruikt worden zijn:
a. “Wat in de kamer is werkelijk reëel voor jou?”
b. “Ga ernaartoe en raak het aan”.
c. “Laat het nu los.”
Verzeker je ervan dat hij het begrijpt.
3. Geef de opdracht: “Wat in de kamer is werkelijk reëel voor jou?”
4. Als de persoon heeft geantwoord, geef hem dan een bevestiging.
5. Geef dan de volgende opdracht: “Ga er heen en raak het aan”.
6. Als de persoon dat gedaan heeft, geeft je hem een bevestiging.
7. Geef dan de volgende opdracht: “Laat het nu los”.
8. Als de persoon dat gedaan heeft, geeft je hem een bevestiging.
9. Ga door met het geven van de opdrachten in deze volgorde: a, b, c, a, b, c, enz. Denk eraan de persoon, iedere keer wanneer hij de opdracht heeft uitgevoerd, een bevestiging te geven.
Zeg bijvoorbeeld:
“Wat in de kamer is werkelijk reëel voor jou?”
“Dank je.”
“Ga er heen en raak het aan.”
“Goed.”
“Laat het nu los.”
“Goed dan.”
“Wat in de kamer is werkelijk reëel voor jou?”
“Heel goed.”
Enzovoort.
10. Ga door met het proces totdat de persoon die geholpen wordt goede indicatoren heeft en een cognitie heeft gekregen. Op dat punt beëindigt je het proces. Zeg tegen de persoon: “Einde van het proces”.
Voorwerpen in de kamer aanraken en loslaten | |
“Word er nieuwsgierig naar”
Dit is een elementair Objectief Proces; het is zeer eenvoudig. De procedure is als volgt:
1. Zeg tegen de persoon dat je een proces met hem gaat doen en leg de procedure in het kort uit.
2. De opdracht die gebruikt wordt, is:
“Word er nieuwsgierig naar.”
Verzeker je ervan dat hij het begrijpt.
3. Wijs met je vinger een voorwerp aan en zeg: “Word er nieuwsgierig naar”.
Je noemt het voorwerp niet bij naam, je wijst het alleen maar aan. Je moet niet zeggen: “Word nieuwsgierig over die stoel”.
4. Als de persoon het gedaan heeft, geeft je hem een bevestiging door te zeggen: “Dank je” of “Oké” of “Goed”, enz.
5. Ga door met het proces en het geven van de opdracht. Denk eraan de persoon, iedere keer wanneer hij de opdracht heeft uitgevoerd, een bevestiging te geven.
Zeg bijvoorbeeld:
“Word er nieuwsgierig naar.” (Wijs een voorwerp aan.)
“Dank je.”
“Word er nieuwsgierig naar.” (Wijs een voorwerp aan.)
“Goed.”
“Word er nieuwsgierig naar.” (Wijs een voorwerp aan.)
“Goed dan.”
“Word er nieuwsgierig naar.” (Wijs een voorwerp aan.)
“Heel goed.”
Enzovoort.
6. Ga door met het proces totdat de persoon die geholpen wordt goede indicatoren heeft en een
“Word er nieuwsgierig naar” | |
een opvallende onthulling van iets waar men zich eerder niet bewust van – of bekend mee was.
dat wat er schijnt te zijn. Realiteit is in principe overeenstemming; de mate van overeenstemming die tussen mensen wordt bereikt. Datgene waarover we het eens zijn dat het werkelijk is, is werkelijk.
een nieuw besef over het leven. Het is een uitspraak als: “Wat zeg je me daarvan, ik...”; iets wat iemand opeens begrijpt of beseft.